Friese Paarden - paardenvoeding
PDF versie | Print Versie | Html Versie
Auteur: Tjeerd Bouwma | Via Artikel Post
Gezien: 4263 |
Aantal woorden: 2347 |
Datum: Sun, 20 Dec 2009 |
0 commentaar
Friese Paarden - paardenvoeding
Friese paarden eten 60 tot 80% van hun ijd. Goede paardenvoeding is dus van essentieel belang, want voeding heeft invloed op de conditie, de algehele gezondheid en de prestaties van jouw paard.
Veel pony’s en paarden hebben aan gras en hooi meer dan voldoende. Wanneer de dieren veel arbeid verrichten, is het goed om ze bijvoeding (krachtvoer) te geven. Zoals ieder mens zijn ook Friese paarden weer anders. Voeding op maat is daarom belangrijk.
Friese paarden moeten bij een gemiddelde belasting over het algemeen matig gevoerd worden. Dit komt omdat deze paarden over het algemeen niet zo heel zwaar en temperamentvol zijn.
De bijvoeding dient weinig energierijk te zijn. Er moeten echter wel voldoende aminozuren, eiwitten, vitaminen, mineralen en sporenelementen in zitten. De dierenarts kan jou adviseren bij het samenstellen van de maaltijden.
Ruwvoer
Ruwvoer, waar gras onder valt, is het beste dat je je paard geven kunt. In gras zitten voldoende voedingstoffen. Natrium ontbreekt echter. Dit kun je aanvullen door het paard een liksteen te geven.
Toch moet je met gras oppassen. Gras maakt immers fructaan aan; een plantaardige (reserve)koolhydraat. De spijsverteringsorganen van Friese paarden kunnen fructaan moeilijk verwerken. Op den duur kan er hoefbevangenheid optreden. Hoefbevangenheid is een ontsteking die vooral optreedt in de wandlederhuid van de hoef.
Ondanks de aanwezigheid van fructaan is iedere grassoort nog altijd veel gezonder dan krachtvoer, dus laat je je Fries gewoon lekker grazen!
Hooi
Hooi is ruwvoer dat je gebruikt als vervanging voor gras. Het wordt gebruikt als voedsel voor onder andere paarden, tijdens de winter of in droge perioden wanneer er weinig grasgroei is.
Hooi moet:
- je in een goed geventileerde ruimte opslaan;
- droog en soepel aanvoelen;
- fris en schoon zijn, niet beschimmeld of stoffig;
- goed ruiken en zoet smaken;
- veel goede grassen en weinig 'mindere' grassoorten bevatten;
- de kleur behouden van de bloemen die erin zitten;
- een goede kleur hebben: groen tot bruinig. Het mag geen gele kleur hebben, want dat betekent dat het hooi vochtig is (geweest);
- worden gemaaid als het nog jong is, tussen de bloem- en zaadperiode in;
- geen giftig onkruid bevatten, voorbeeld het schadelijke jakobskruiskruid.
Je hebt onder andere Graszaadhooi en Weidehooi. Welk soort hooi je gebruikt, hangt af van het paard.
Krachtvoer
Hoe is krachtvoer ontstaan? Wel, een paard heeft minstens 14 uur nodig om normaal voedsel op te kunnen nemen. Dat bleek in vroegere tijden lastig, toen paarden vooral als 'werktuig' werden ingezet en een hele dag in touw moesten zijn. Nu wist men dat de mens zetmeelrijke producten goed en snel kon verteren.
Zou dat dan ook niet kunnen gelden voor het paard? Men probeerde het paard dit energierijke voedsel te geven, en inderdaad: ook paarden konden dit vlot verteren. Vanaf die tijd staat zetmeel-/energierijk voedsel bekend als krachtvoer.
Krachtvoer is dus voer dat een veel hogere voedingswaarde heeft dan ruwvoer. Denk aan muesli, granen en brokken. Het dient als aanvulling op ruwvoer voor extra energie. De hoeveelheid krachtvoer die jouw paard nodig heeft, hangt af van het soort arbeid dat hij moet verrichten en/of hoeveel beweging hij krijgt. Daarnaast zijn er individuele verschillen.
Nadelen van krachtvoer
Krachtvoer bestaat uit voedingsstoffen die een hoge glycemische index (GI) hebben. De GI-index gaat over de snelheid waarmee koolhydraten in de darm worden verteerd en als glucose in het bloed wordt opgenomen.
Naast snelle koolhydraten - gemaakt uit zetmeel, denk aan biksjes, brokjes, muesli en melasse (dit is een stroopachtig bijproduct uit de productie van suiker uit rietsuiker en suikerbieten) - zijn er langzame koolhydraten (cellulose). De snelle koolhydraten in het voedsel zorgen ervoor dat het glucosepeil in het bloed vlot toeneemt. Vlotter dan wanneer je paard natuurlijk voedsel zou eten.
Wanneer de granen geplet worden, komen de koolhydraten nog sneller vrij. Steeds meer paarden lijden hierdoor aan diabetes II, ook wel ‘ouderdomssuiker’ genoemd. Insuline verlaagt het glucosegehalte van het bloed. Bij diabetes II is er steeds meer insuline nodig om de cellen glucose te laten opnemen. Er is als het ware insulineresistentie opgetreden. Insulineresistentie is ook een oorzaak voor het optreden van hoefbevangenheid.
Paarden krijgen over het algemeen 1 tot 2 keer per dag krachtvoer te eten in een relatief grote portie. Wanneer zo’n portie te groot is voor het dier, gebeurt het volgende: om het (teveel aan) zetmeel te verteren, heeft het paard meer micro-organismen nodig dan hij bij zich draagt.
De micro-organismen die het paard heeft om ruwvoer te verteren, kunnen hiervoor niet gebruikt worden, omdat deze anders beschadigd raken en in aantal verminderen, waardoor het ruwvoer niet goed meer kan worden verteerd. Gevolg is dat micro-organismen worden aangemaakt die alleen zetmeel en geen ruwvoer meer verteren.
Dat is ongewenst, omdat de micro-organismen die zorgen voor de vertering van ruwvoer ook voor de vitaminen zorgen die een paard nodig heeft. Hierdoor moet het paard de vitamines voortaan halen uit het krachtvoer, zodat er steeds meer krachtvoer moet worden gegeven, wat weer maagproblemen kan opleveren. Dit proces kan echter ook weer omgedraaid worden, maar het duurt een tijd voordat het paard hier weer op ingesteld is.
Een paard dat krachtvoer eet, heeft een grotere kans op het krijgen van een maagzweer dan wanneer hij hooi eet. Een maagzweer ontstaat wanneer de zuurgraad (pH-waarde) te hoog wordt en de maag daardoor meer maagzuur gaat produceren. Wanneer het paard krachtvoer eet, daalt de pH-waarde minder dan wanneer het paard hooi eet.
Friese paarden onderhouden hun gebit door harde vezels te eten. Met brokjes en dergelijke kan hij dat niet meer. Hierdoor ontstaan gebitsproblemen, waardoor de tandarts vaker langs moet komen.
Verdere voordelen van natuurvoeding:
- een betere algehele gezondheid;
- een beter energiepeil en dito uithoudingsvermogen;
- minder neurotisch gedrag. Paarden die zich nerveus gedragen, lijken veel energie te hebben. Ze huppelen heen en weer, maar als je ze aan het werk zet, zijn ze snel moe. Het paard gebruikt glucose als brandstof. Paarden die vetten als brandstof gebruiken, zijn rustiger maar hebben meer uithoudingsvermogen;
- minder stalondeugden. Stalondeugden ontstaan uit een soort geestelijke nood als een paard niet kan doen wat hij het liefst doet: grazen! Met krachtvoer neemt het grazen af. Omdat grazen het liefste is dat hij doet, heb je dus een fijner, gelukkiger leven voor jouw Fries!
Over de Auteur
Tjeerd Bouwma is al 20 jaar deskundige op het gebied van Friese paarden en de verzorging ervan. Hij brengt zijn ervaringen graag over op anderen. Voor meer Gratis informatie kijk op: www.friesepaard.com
Gerelateerde artikelen
- deel dit artikel met anderen
Beoordeling: Nog niet beoordeeld
Login om te stemmen